Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

dommerd

betekenis & definitie

dom persoon.

iemand die dom is; dom persoon.

Voorbeelden:
Vandaag werden de wekelijkse boodschappen weer bezorgd. Er was ook een krat bij met broden. Danny werpt een blik in de kast en zegt: Wat een dommerd. Als ik vraag wie er dan zo dom is, zegt hij: Albert Heijn. Waarom dan? "We hádden nog brood!"
http://achterbergen.blogspot.nl/2009/10/wat-een-dommerd.html, 6 oktober 2009

'Ik lag te denken, Joseph. Aan al die dieren. Ik probeerde uit te rekenen hoeveel het er moeten zijn geweest. Hoeveel denk jij [...]?' 'Winnie,' zei hij zachtjes. 'Welke dieren, liefste?' 'Zouden het er een miljoen kunnen zijn? Nee. Nee, geen miljoen. Niet zoveel.' Ze glimlachte naar hem en hij vroeg haar nogmaals, teder, welke dieren. 'Dommerd, die je hebt gedood, natuurlijk. Al die jaren. Ik probeerde ze op te tellen. Het zijn er zoveel, Joseph.'
Nicholas Evans, De wolvenlus, 2002

Om geen valse verwachtingen te laten opkomen, weze gezegd: "Ook de zwartste koffie maakt een dommerd niet sluw".
http://www.koffiebureaucafe.be/html/totaalsplit.dhtml?page=herkomst