Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

dinges

betekenis & definitie

vervangende naam.

gebruikt als vervangende naam voor personen of zaken die men niet bij de werkelijke naam kan of wil benoemen.

Voorbeelden:
'Ik heb zonet een motorfiets gekocht.' 'Ja? Ik heb ook een motorfiets [...]. Welke heb jij gekocht?' 'Ik? Wel, eh, een dinges, een Kawasaki duizend. Wreed machien, makker. Van nul naar honderd in drie komma twee.'
Herman Brusselmans, De droogte, 2003

'Alles wat na Rembrandt kwam is rommel, puin en bucht. Neem nu dinges, die Spaanse hufter...' 'Picasso.' 'Nee, die andere. Met z'n snor.' 'Dali.' 'Nee, nog een andere.'
Herman Brusselmans, Uitgeverij Guggenheimer, 1999

'Artauds totaaltheater betekent open breken, helende maar pijnlijke bevrijding van ... nou ja, dinges ... verdrongen levensenergie, en die confrontatie, boys, waarbij de grenzen tussen toneel en publiek opgeheven zijn, is wreed.' Waarvan akte.
Robert Anker, Een soort Engeland, 2002

"Je moet dat niet lassen', zei Jozef [...], "het is beter dat je wat schroeven indraait hier en daar, waaraan we dan ijzeren staven vastmaken, waaraan we dan gordijnen kunnen ophangen, waarachter we dan... euh... dinges...' [...]. "Jaja, dinges', grinnikte Jean.
Leo Geerts, Pagadders, 1982

Verrassend is dat beeld niet, maar het is wel voor het eerst dat Ghyssaert zich buiten zijn gedichten opstelt. Nog openlijker is hij in zijn slotgedicht, een 'Opdracht' in briefvorm: 'Ziehier mijn zoveelste gedicht, een opus dinges / aan u opgedragen, lievelingspubliek'.
NRC, 1995