Het begrip deeg heeft 3 verschillende betekenissen:
1) bakdeeg.
gekneed mengsel van meel of bloem met een rijsmiddel (gist, bakpoeder of ei), een vloeistof (melk of water) en een vetstof (boter of olie), om er bijvoorbeeld brood of gebak van te bakken; bakdeeg.
In het taalgebruik niet altijd onderscheiden van beslag (zie het laatste voorbeeld). Strikt genomen is deeg dikker en kneedbaar. Bij deeg wordt de bloem ook eerst gemengd met boter of een andere vetstof.
2) pastadeeg.
gekneed mengsel van bloem, eieren, olijfolie en zout of van bloem, water en eieren dat de basis is voor pasta en dat gekookt wordt in plaats van gebakken; pastadeeg.
3) visaas.
tot een bolletje gekneed mengsel van ei, water, meel, geurstoffen, smaakstoffen en kleurstoffen dat bij het sportvissen gebruikt wordt als aas; ook: geweekt en gekneed brood dat gebruikt wordt als aas.
