kloosterling.
kloosterling die geen priester is, maar wel geloften heeft afgelegd en die zorg draagt voor materiële zaken in het klooster, zich wijdt aan arbeid, onderwijs of ziekenverpleging; lekenbroeder.
Voorbeelden:
In de traditionele benedictijnenkloosters werd het werk in de huishouding en op het land overgelaten aan dienstpersoneel. De nieuwe orden van de twaalfde eeuw zetten daarvoor echter kloosterlingen in: de zogenaamde conversen. In eerste instantie waren dit ongeleerde, want op latere leeftijd ingetreden monniken die moeilijk nog met de complexe Latijnse routine van het koorgebed vertrouwd konden worden gemaakt. De term conversio (= bekering) verwijst naar een late roeping.
http://www.google.nl/search?q=cache:Q_qm9Y0xO2cJ:www.fa.knaw.nl/download.asp%3Flink%3D%27/files/1847/Bemiddelaars%2520voor%2520het%2520hiernamaals.pdf%27%26linkID%3D23301+convers+site:.nl=nl=lang_nl, 2001