Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

consul

betekenis & definitie

Het begrip consul heeft 6 verschillende betekenissen:

1) vertegenwoordiger van een land.
iemand die voor zijn beroep op een consulaat de belangen van een bevolking behartigt in een ander land en zich bezighoudt met handelsbelangen; consulair ambtenaar.

2) machtige, Romeinse staatsman.
hoogste magistraat in het Romeinse Rijk, waarvan er altijd twee tegelijk regeerden; persoon die met een ander persoon in het Romeinse Rijk aan het hoofd van de senaat stond.

3) machtige, Franse staatsman.
hoogste staatsman in Frankrijk tussen 10 november 1799 en 1 december 1804, tijdens het consulaat van Napoleon.

4) vertegenwoordiger van een branche.
vertegenwoordiger van een organisatie of branche.
Komt vooral voor in de specifiekere betekenissen 5.0 (sport) en 6.0 (ANWB).

5) vertegenwoordiger in de sport.
iemand die een sportclub of sportbond vertegenwoordigt en bijvoorbeeld ingezet wordt om speelvelden te keuren bij slecht weer om te bepalen of een wedstrijd kan doorgaan.

6) vrijwilliger bij de ANWB.
actieve vrijwilliger bij de ANWB die de belangen van toeristen vertegenwoordigt en de ANWB helpt door een bepaalde omgeving in de gaten te houden.

< >