Het begrip commissaris heeft 5 verschillende betekenissen:
1) taakhouder met regeringsgezag.
iemand die voor zijn beroep een bepaalde taak heeft die politiek-maatschappelijk, vaak controlerend, van aard is en die voor die taak enig regeringsgezag draagt.
2) politiecommissaris.
iemand die voor zijn beroep het hoofd is van een politie-eenheid; politiecommissaris; soms ook: rang van politiecommissaris (in Nederland en België boven de rang van hoofdinspecteur en onder hoofdcommissaris); commissaris van politie.
3) belangrijke toezichthouder.
iemand met een bepaalde, toezichthoudende taak die vaak van maatschappelijk of sociaal belang is.
4) lid van de raad van commissarissen.
lid van de raad van commissarissen, die toezicht houdt op de algemene gang van zaken in een vennootschap en op het beleid van de raad van bestuur.
5) controleur binnen een vennootschap.
iemand die voor zijn beroep de boekhouding van een onderneming in een vennootschap controleert en hierover verslag uitbrengt aan de algemene vergadering; controleur van de boekhouding van een vennootschap.
