bekken.
ronde, een beetje holle metalen schijf die wordt gebruikt als slagwerkinstrument door ze per twee met de holle zijde tegen elkaar te slaan; bekken.
Voorbeelden:
Woodblocks, tom-tom en cimbaal brengen stokkende flarden van wat een jazz-cadans wil worden.
De Standaard, 1996
Al spreek ik de talen van mensen en engelen, maar ik heb de liefde niet, dan ben ik een rinkelend bekken, een rammelend cimbaal.
Gretha Seghers, In liefdes naam, 2001
Als de hoorns, de trompetten, de cimbalen en de pauken hun hoogtepunt bereiken, trekt hij aan een koord de lap los en slingert hem op het bed.
Manon Uphoff, Alle verhalen, 2003