gedrag om populariteit te vergroten.
gericht en bewust gedrag van een land, een organisatie, een groep van personen e.d. of van iemand, vaak een politicus of een ander publiek persoon, maar soms ook een niet-bekend persoon, om ervoor te zorgen dat zijn populariteit groeit bij mensen die hij nodig heeft.
Voorbeelden:
De aankondiging dat in de nieuwe lidstaten geen nucleaire wapens zullen opgesteld worden, past in dit charmeoffensief.
De Standaard, 1996
De ontevredenheid van studenten over hun school, die blijkt uit de onlangs verschenen Keuzegids, heeft het college van bestuur aangezet tot een charmeoffensief.
Nieuwsblad van het Noorden, 2001
Na zijn verrassend goede resultaat in de eerste ronde van de verkiezingen op 21 oktober begon hij een charmeoffensief om in het buitenland de schrik voor zijn persoon weg te nemen.
De Telegraaf, 2002
De opmerkingen van Brouwers passen in 'het charmeoffensief' dat de monarchie, in de persoon van koningin Beatrix, op Koninginnedag is begonnen en dat de toenemende kritiek op haar functioneren moet pareren.
Het Parool, 2000
Laten we, door een massale opkomst (denk er aan iets wits te dragen) tonen dat degenen die steeds maar weer beweren dat iedereen in Nederland gevallen is voor het charmeoffensief van het paar en dat de monarchie ongekend populair is, ongelijk hebben.
http://www.republikeinen.nl/
'Jullie zijn toch bezig met de betekenis van ritme?' 'Het is vooral Merel die daarmee bezig is,' mompelde Dana. 'Ach, ik heb het aan de verkeerde verteld. Charmeoffensief mislukt.' Hij lachte. 'Nee nee,' haastte Dana zich. 'U moet niet denken dat ik het niet boeiend vind wat u vertelt.'
Tom Naegels, Walvis, 2002
