kasstroom.
instroom en uitstroom van liquide middelen binnen een onderneming; geheel van liquide middelen en netto vorderingen van een onderneming waarmee geen lopende uitgaven gedaan hoeven te worden; kasstroom.
Voorbeelden:
Behalve de winst gaat het ook met de cashflow in de goede richting.
De Standaard, 1996
Analisten hadden de ruilverhouding van ongeveer 1 op 2 aan de hand van de winstcijfers en de cashflow van beide ondernemingen al voorzien.
NRC, 1993
Het overgrote deel van de ondernemingen houdt zich aan de klassieke parameters zoals brutomarges, cashflow en marktaandeel.
De Standaard, 1996
Op zijn best kunnen de cashflows in de berekening worden herbelegd tegen het risicovrije rendement op staatsleningen.
http://www.iex.nl/columns/columns_artikel.asp?colid=13677, 2003
De cashflow beliep 200 miljoen frank.
De Standaard, 1997