Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

buurtwinkel

betekenis & definitie

winkel voor de buurt.

winkel - meestal relatief klein van oppervlakte en met een beperkt assortiment - die zich richt op klanten uit de onmiddellijke buurt van zijn vestigingsplaats.

Voorbeelden:
Deze buurtwinkel beantwoordt aan de dagelijkse voedingsbehoefte van klanten die op zoek zijn naar versheid, kwaliteit en keuze in een winkel in hun buurt, zonder daarvoor meer moeten betalen.
http://www.gb.be/ShopList_01.cfm?lang=nl

De voorzieningen zijn duidelijk onderhevig geweest aan schaalvergrotingsprocessen: van de buurtwinkel in de jaren dertig, via het buurtwinkelcentrum in de jaren vijftig, naar het hoofdwinkelcentrum in de grotere dorpen of de grote winkelcentra in de huidige nieuwbouwwijken.
http: //www.omv.nl/ATEST/fnieuwsbrief/FNIEUWS.html, 2002

Hoewel de buurtwinkels volgens Unigro in het algemeen goed lopen, blijkt een aantal toch te klein om te kunnen overleven.
NRC, 1993

President Chirac zei nog dat de herwaardering van buurtwinkels en -cafés ook nodig is om de "ontmenselijking" tegen te gaan van vele buitenwijken met hun zielloze woonblokken waar de jongeren en minder-jongeren geen ontspanningsgelegenheden en geen buurtleven vinden.
De Standaard, 1996

Wel dient men er rekening mee te houden dat de buurtwinkels achteruit hollen met hun omzet in den lande.
Meppeler Courant, 1993

< >