Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

broekzak

betekenis & definitie

zak van een broek.

zak van een broek, meestal aan de zijkant van de broek bevestigd, maar ook wel aan de achterkant van de broek op de billen.

Voorbeelden:
Haar schouders schokken. Dan loopt ze weg. Het hoofd naar beneden, handen in de broekzak.
NRC, 1993

Met een hand in de broekzak en een speenvarkenkoteletje in de andere hand strooit de oud-coach van onder meer Real Madrid met kwinkslagen.
NRC, 1994

Met zijn handen in de broekzakken wandelt Lawrence tijdens zijn afgunstige bespiegelingen naar de ezel, eromheen, een paar meter naar achteren.
Anna Enquist, Het meesterstuk, 1999

Mijn vader haalde zijn handen uit zijn broekzakken, haalde diep adem, gaf me een tik en riep: 'Om het eerst beneden.'
Erwin Mortier, Mijn tweede huid, 2002

< >