Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

bobsleeën

betekenis & definitie

in een bobslee afdalen.

een wintersport beoefenen waarbij de deelnemers om het snelst met een bestuurbare slee een bochtige afdaling op een ijsparcours afleggen; in een bobslee afdalen.
Komt vooral voor als zelfstandig gebruikte infinitief; vervoegde vormen zijn minder gebruikelijk.

Voorbeelden:
In de zomermaanden zal hij zich toeleggen op de sprint, in de wintermaanden staat het bobsleeën centraal.
NRC, 1995

De Noorse televisie gebruikt de kennis van de specialisten uit diverse Europese landen. Zo regisseert Lindenberg alle schaatswedstrijden, de Zwitsers de ski-afdaling, de Fransen de ski-slalom, de Noren het schansspringen en de Noordse combinatie, de Zweden het kunstrijden, de Finnen de biathlon en de Britten het bobsleeën en rodelen.
NRC, 1994

De prins van Grimaldi, het boegbeeld van het bobsleeën, landde gisteren in zijn privé-jet op het vliegveld van Eelde en werd door de Nederlandse bobsleeër Arend Glas persoonlijk opgehaald.
De Telegraaf, 15 juli 2002

Wordt er nog gebobsleed of hoe zit het?
http://federer001.blogspot.com/2007/10/wordt-er-nog-gebobsleed-of-hoe-zit-het.html, 2007

< >