bleek lichtgroen.
met een bleke lichtgroene kleur; een bleke lichtgroene kleur hebbend.
Voorbeelden:
BMW heeft een mooie groene metaalkleur, niet donkergroen, niet bleekgroen, maar met een blauwachtige schijn.
De Standaard, 1996
Hij zat tegen de toog geleund en zoog de bleekgroene olijf die hij in zijn whisky-soda gedompeld kreeg.
Jotie T'Hooft, Verzameld proza, 1982
Er zijn weinig planten die zo snel groeien en hun best doen als het stekelnootje [...]. Naargelang van de soort hebben ze bleekgroene tot bronskleurige blaadjes.
De Standaard, 1996