Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

biggelen

betekenis & definitie

omlaag druppelen.

snel omlaag druppelen; naar beneden stromen.

Voorbeelden:
De tranen biggelden over mijn wangen.
Meppeler Courant, 1996

Over zijn wangen biggelen zweetdruppels.
Andreas Roels, Hete zeeprikkels, 1984

Zijn tranen bleven maar door het glas heen wellen en van het beeldscherm biggelen.
Tom Lanoye, Het goddelijke monster, 1997

Zijn wekelijkse wasbeurt. Met een hard en hoekig stuk zeep schrobde hij zijn borst. Het ijskoude water biggelde over zijn buik.
Koos van Zomeren, De hangende man, 1983

< >