dwarsligger voor spoorrails.
Voorbeelden:
De aanleg van de Birmaspoorweg, waarbij zoveel slachtoffers zijn gevallen dat onder iedere biels een dode moet liggen.
Jan Wolkers, De kus, 1980
De spoorstaven werden weer zonder tussenruimte aan elkaar vastgelast maar worden nu, anders dan voorheen, in hete toestand en/of lichtelijk hydraulisch voorgerekt op de dwarsliggers (de 'bielzen') vastgezet.
NRC, 2001
De stenen kreunden, de rails knarsten en de bielzen knorden onder het zware gewicht dat door ratelende stalen banden werd getorst. Middenop de spoorwegovergang hield de tank stil.
Jan Cremer, De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, 1983
Ver onder die gladde spiegel lagen barakken, britsen, pikhouwelen, rails, dwarsliggers, locomotieven, wagons, door de Fransen achtergelaten na hun hopeloos mislukte poging het kanaal te graven [...]. Geschiedenis, weggezakt in een modderige bodem, voor eeuwig rustend, en toch ook weer niet, want soms komt een schoen bovendrijven of een biel of een plankje met de naam van de locomotief erop.
Jan Brokken, Voel maar, 2001
Misschien had Joop te ruw gereden, of te bruusk stoom afgesloten maar zij die dichterbij stonden zagen dat van z'n 'drieoog' de achteras juist naast de rails kwam. De locomotief hipte idioot met de achterwielen over de biels [...]. Grind spoot omhoog, biels versplinterden.
F.B. Hotz, De tramrace, 1977