voorwerp om mee te vegen.
gebruiksvoorwerp dat bestaat uit een lange steel met daaraan een bundel twijgen of langharige borstel zodat de vloer of grond ermee geveegd kan worden.
Voorbeelden:
'Is er een bezem?' riep ze, 'dan maak ik het terras schoon.'
Oek de Jong, Hokwerda's kind, 2002
Ik zette enkele ramen open om het appartement te luchten, haalde een bezem uit de gangkast en begon te vegen.
Porter Shreve, De necrologieschrijver: een obsessieve zoektocht, 2001
Bas snerpte door en ze hoorden gebonk onder de vloer. De bezem van de buurvrouw.
Joyce Roodnat, 't Is zo weer nacht, 2001