Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

beroepsvereniging

betekenis & definitie

belangenvereniging van mensen met hetzelfde beroep.

vereniging van personen die hetzelfde beroep uitoefenen en gezamenlijk opkomen voor hun belangen; branchevereniging; ook: de gezamenlijke leden van zo'n vereniging.

Voorbeelden:
De beroepsvereniging heeft tot doel: de verdediging door alle wettelijke middelen van de beroepstitel en de beroepsprestaties van haar leden; de behartiging en bevordering van de beroeps-, morele, sociale en economische belangen van haar leden, in rechte en in feite; het aangaan van overeenkomsten met de overheid, andere organisaties, ondernemingen en/of personen; aan de openbare instanties wetgevende en andere reglementeringen voor te stellen in verband met de uitoefening van de vertegenwoordigde beroepen.
http://www.health.fgov.be/AGP/nl/praktische-informatie/verenigingen/beroepsverenigingen/paramedische-verenigingen.htm#AMBULANCIERS

Stilstand is achteruitgang. Onder dat motto zijn alle betrokkenen bij Dutch Bodywork Academy sinds het begin in 1989 voortdurend bezig de cursussen en opleidingen aan te passen aan de steeds hogere eisen die maatschappelijke organisaties zoals beroepsverenigingen in de complementaire gezondheidszorg, de Consumentenbond en de Federatie van Opleidingen in de Natuurlijke Geneeswijzen (FONG) daaraan stellen.
http://www.dbanet.nl/

Alle beroepsvereniging werkzaam in de gezondheidszorg zijn uitgenodigd om het eigen profiel – volgens het AVVV-format - te beschrijven.
http://www.nvspv.nl/vereniging/alvarchief/alvpdf/alv2003/alv20031106_deelprofiel.pdf, 6 november 2003

Het collectief karakter veronderstelt georganiseerd optreden via groepen en belangengemeenschappen, zoals politieke partijen, beroepsverenigingen en dergelijke.
De Standaard, 1996