Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

beroepsvisser

betekenis & definitie

iemand die als beroep vis vangt.

iemand die voor zijn beroep vis of schelpdieren en schaaldieren vangt om ze te kunnen verkopen en zo in zijn of haar levensonderhoud voorziet.

Voorbeelden:
Naast deze semi-professionele bevissing wordt in de Beneden-Zeeschelde ook door enkele beroepsvissers gevist onder de zgn. 'Acte Van Consent', uitgegeven door de federale overheid. Deze vissers gebruiken fuiken, korven, ankerkuilen en boomkorren.
http://www.instnat.be/docupload/999.pdf, 2003

Twee inwoners van Vollenhove [...] moeten ieder 450 gulden boete betalen. Zij werden op heterdaad betrapt toen ze in juni vorig jaar 's nachts palingfuiken en een schutwand aan het stelen waren uit het water van een beroepsvisser.
Meppeler Courant, 1994

Het aantal beroepsbinnenvissers is ongeveer 250, waarvan ruim de helft is aangesloten bij de belangenorganisatie Combinatie van Beroepsvissers. De belangrijkste visgebieden zijn de Friese meren, het Lauwersmeer, het Grevelingenmeer en de grote rivieren. De beroepsvissers hebben over het algemeen alleen het recht om op aal te vissen. Naast de beroepsvissers zijn veel sportvissers actief en zij hebben ook visrechten.
http://www.pvis.nl/