Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bankloper

betekenis & definitie

iemand die voor zijn beroep geld vervoert.

iemand die voor zijn beroep geld vervoert; geldloper.

Voorbeelden:
In deze zaak werden twee in 1908 naar Amerika gekomen Italiaanse anarchistische arbeiders, Nicola Sacco (1891-1927) en Bartolomeo Vanzetti (1888-1927), beschuldigd van de op 15 april 1920 gepleegde roofmoord op een bankloper en een wacht bij een fabriek te Braintree (Mass.).
http://users.pandora.be/geert/Cursus_Bespreking/Literatuurlezingen/3Stad/L3Fitzgerald.html, 2000

Vroeger werd het geld gehaald door een bankloper, die man liep met tienduizenden guldens in een tas over straat, ook werd geld vervoerd in een gewone bestelauto, maar zo kon het niet langer doorgaan, banklopers werden midden op straat overvallen en bestelauto's werden klem gereden.
http://www.onwijs.nl/leerling/werkstukken/sbgeldauto.htm