Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

badschuim

betekenis & definitie

middel om een schuimbad te verkrijgen.

vloeibaar middel dat aan het badwater toegevoegd wordt met de bedoeling schuim te verkrijgen; middel om een schuimbad te maken.
Ook gebruikt om ermee te douchen.

Voorbeelden:
Ik liet het bad vollopen. In een kastje vond ik nog wat badschuim van de vorige bewoners. Het schuimde goed. Oud badschuim, maar krachtig.
Marek van der Jagt, Gstaad 95-98, 2002

Eerst ontstopte ze de tobbe en liet ze het gebruikte water weglopen, tot haar knieën vol badschuim als twee besneeuwde bergtoppen boven het oppervlak kwamen steken.
Marijke Libert, Sterk water, 2001

In zo'n hotel op de negentiende etage de enorme kracht te zien waarmee het bad zich voor jou vult, met al dat prachtige van hotelwege verstrekte badschuim, dat doet een mens goed.
NRC, 1995

De Coster richtte een klein laboratorium op met de meest noodzakelijke extracten, waar hij experimenteerde met badschuim en lavendelgeur, voorlopig nog niet met commerciële bedoelingen.
De Standaard, 1996

Maar naast videobanden en CD's zijn er nog veel meer Bassie en Adriaan artikelen gekomen zoals, Bassieworst, puzzels, petjes, bekers, glazen, T-shirts, parfum, badschuim, boeken, maandblad, Cd-rom, kalenders, pennen, kleurboeken en onlangs zijn daar nog Bassie en Adriaan koekjes bij gekomen.
http://www.bassie-adriaan.nl/pages/hoofd.html