Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

baboe

betekenis & definitie

Indisch kindermeisje.

Indisch kindermeisje in voormalig Nederlands-Indië.

Voorbeelden:
In die lezing van hem, die ik bijwoonde, hoorde ik hem vol emotie vertellen over een lieve trouwe baboe die hem in haar slendang gedragen en met haar Javaanse wijsheid opgevoed had. In zijn beschrijving herkende ik, althans wat het uiterlijk betreft, Moenah, de 'lijfmeid' van mevrouw Mijers.
Hella S. Haasse, Sleuteloog, 2002

Op familiebijeenkomsten tonen wij elkaar nog vaak met weemoed de deuken en littekens die we vlak onder onze haargrens als gidsfossielen koesteren. En ook de kokki, de baboe en de kebon konden ervan meepraten. De kokki omdat ze zichzelf altijd een te grote provisie toekende op alle inkopen die ze op de pasar deed. Altijd was er geharrewar over geld, dat mijn moeder met een klap van de punthak beslechtte.
Yvonne Keuls, Mevrouw mijn moeder, 2000

Er waren zoveel Javaanse vrouwen die jaarlijks een kind kregen en daarbij nog werkten ook. In de hitte op het land, of als baboe bij een Hollandse familie.
Yvonne Keuls, Mevrouw mijn moeder, 2000

Het was duidelijk, mijn moeder wilde gewoon weer een baboe die op de grond naast haar bed op een matje sliep.
Yvonne Keuls, Mevrouw mijn moeder, 2000

Over de koloniale problematiek van vóór de oorlog wordt niet veel gerept; wel laat de schrijfster weten dat de Nederlanders in een paradijselijk omgeving woonden en dat vele vrouwen nauwelijks zelf konden koken of de was doen. Dat was het werk van de baboes.
NRC, 1994