continu babbelen.
continu babbelen; babbelen zonder dat er een eind aan lijkt te komen; blijven babbelen.
Voorbeelden:
En terwijl ze babbelt en babbelt en als een toneelspeler opgaat in haar eigen drukte, merkt ze niet dat we geregeld afdwalen, er zowaar nog in slagen om af en toe in de warme slipstream van haar geratel weg te dommelen.
http://www.brakkehond.be, Tom Kesenne, De verspreking; Het venster van Hock, 2001-2002
Ze wou alles weten. Françoise babbelde en babbelde. De clown van de klas.
Geertrui Daem, Koud, 2001