Wat is de betekenis van continu?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

continu

continu - Bijvoeglijk naamwoord 1. voortdurend, zonder onderbreking     ♢ De baby bleef continu huilen. Woordherkomst met het voorvoegsel con- Synoniemen onafgebroken, permanent

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

continu

continu - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: con-ti-nu 1. de hele tijd ♢ ze werken hier niet alleen overdag, maar continu Bijvoeglijk naamwoord: con-ti-nu de/het continue ... Synoniemen chronisch, doorlo...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Continu

[Lat. continuus, van continere, zie continent] aangrenzend (met samenhang), doorlopend, voortdurend.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Continu

(kontinu) onafgebroken

2024-04-19
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Continu

voortdurend, zonder onderbreking.

2024-04-19
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Continu

onafgebroken, aanhoudend, doorlopend; basse continue, generale bas; fraction continue, kettingbreuk.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Continu

(Fr.), bw., onafgebroken: die machine werkt continu; — bijvoeg. gebr. in samenst.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Continu

(Lat. continuus = samenhangend, onafgebroken; continére = samenhouden; < com(1), + tenére = houden). Samenhangend, doorlopend.