Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

baaidag

betekenis & definitie

stranddagje.

dag waarop iemand of een groep personen ter ontspanning naar het strand gaat; stranddagje.

Voorbeelden:
Teleurgesteld waren ze wel, maar bijna iedereen heeft er toch maar wat leuks van gemaakt. Door het slechte weer op Banda Bou, vrijdag 2 oktober, is Radulphusdag aan de baai van Cas Abou afgelast [...]. Zo is onze verregende "baaidag" een dag geworden van spelletjes, dansen onder de overdekte, met improv DJ, en ook een beetje hangen.
http://radulphuscollege.org/ontheweb/index.php?option=com_content&view=article&id=397:regen-baai-dag&catid=83:algemene-informatie, 5 oktober 2015

Bij thuiskomst na de baaidag maakten de cliënten, op initiatief van de begeleiding, het terrein op Santa Cruz schoon.
http://antilliaansdagblad.com/nieuws-menu/6974-totolika-op-kamp-in-landhuis-pannekoek, 21 juni 2016

Baaidag, geprobeerd wordt met alle bewoners een dag aan de baai door te brengen. Vervoer vindt plaats met de rolstoelbus. Er is muziek en spelletjes, terwijl met medewerking van door Sedreko ter beschikking gestelde sportleiders ondersteuning verleend wordt bij het zwemmen en watertherapie.
http://ouderenzorg-birgendirosario.com/nieuws.html, 2014