Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

auto-eigenaar

betekenis & definitie

eigenaar van een auto.

iemand die een auto bezit; bezitter, eigenaar van een auto.

Voorbeelden:
De politie beschikt niet over de nodige infrastructuur noch personeel om vaak moeilijke jongeren lang bij te houden onder toezicht. Resultaat: de jonge dader staat soms sneller terug op straat dan de auto-eigenaar wiens raam werd ingeslagen en daar aangifte van gaat doen.
http://www.meerspirit.be/article.php/dossiers/2002/5/3/0, 2002

De wielklem (€ 60,00) wordt aangebracht als na een kwartier de auto-eigenaar niet inderhaast is komen opdagen. Als de 'geklemde' wagen na een dag nog niet is bevrijd, dan wordt hij voor € 160,00 afgesleept naar een garage aan de Anna van Buerenstraat.
Haagsche Courant, 2003

De voorgenomen verandering is Patijn ingegeven door honderden klachten van auto-eigenaren bij de Amsterdamse ombudsman over parkeerbeheer.
NRC, 1995