dierlijk.
Voorbeelden:
Heel veel mensen leefden op een trap van ontwikkeling waarop een nesjomme nog bezig was zich te vormen. De meesten waren nog niet eens daaraan toe. Dat waren animale wezens, zonder een greintje innerlijke vrijheid en zelfbewustzijn; volgelingen, onderworpen aan instincten, die dwangmatig tot handelen werden gedreven en die zich volstrekt niet bewust waren van de implicaties.
Milo Anstadt, Alles wat het geval is, 2001
De stugheid van zijn vader, de angsten van zijn moeder, de bijna animale veerkracht van zijn grootmoeder worden op intens liefdevolle wijze beschreven, als een late vervulling van het gebod 'Eert Uw Vader en Uw Moeder'.
NRC, 1995
Om in de animale bedreigingen te blijven: er ligt ook nog een adder onder het gras.
NRC, 1994