Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

angisa

betekenis & definitie

hoofddoek.

in een bepaald model gevouwen, gesteven doek die bij elkaar gehouden wordt door spelden, zodat het geheel op een hoed lijkt.

Voorbeelden:
Een koto is het traditionele kostuum dat Surinaamse vrouwen in slavernij dragen. De koto bestaat uit een of meer lagen van wijduitstaande rokken tot over de knieën. Het bovenste gedeelte is een blouse, waarover een jakje wordt gedragen. De rug wordt opgevuld met een soort kussen, zodat het jakje ook wijduit staat. Pronkstuk van de koto is een bijzonder gevouwen hoofddoek die angisa wordt genoemd.
http://www.slavernijenjij.nl/leven-in-slavernij/kleren-voor-slaven/

De mooiste en meest mysterieuze manier van praten via Surinaamse klederdracht is via de angisa, de ingenieus gevouwen hoofddoek. De manier van vouwen vertelt het verhaal. Dit verhaal kan een duidelijke boodschap zijn, maar het kan ook de stemming van de draagster symboliseren.
http://hart.amsterdammuseum.nl/60900/nl/let-them-talk

De doek voor de angisa krijgt een voorbehandeling met stijfsel, waarna de kunst van het vouwen kan beginnen. Jarenlange oefening is nodig voordat een vouwster in staat is om dit ambacht uit te voeren. Met veel plooien, ingenieuze vouwen en enkele spelden werkt ze toe naar het eindresultaat: een prachtige hoofddoek.
http://hart.amsterdammuseum.nl/60900/nl/let-them-talk

In haar werk voor Paramaribo Span springt de uit krantenpapier (van de Ware Tijd) gevouwen angisa het meest in het oog.
De Ware Tijd, 27 februari 2010

< >