Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

amen

betekenis & definitie

waarlijk; dat zij zo.

slotformulering van gebeden, preken en dankzeggingen die de bevestiging uitdrukt van wat men heeft gezegd of de instemming met wat men heeft gehoord; waarlijk; dat zij zo.

Voorbeelden:
'Leer hem te luisteren naar U. En naar zijn vader en moeder. Leer hem U lief te hebben. Leer hem niet meer zo brutaal te zijn ... Vergeef hem, Heer. Amen.'
Ger Verrips, Nathalie, 1984

Eigenlijk is de geloofsbelijdenis dan heel simpel! We zeggen niet meer (maar ook niet minder): "Ik geloof in God. Amen." Amen betekent dan zoveel als een instemming: "En zo is het".
http://www.rknieuws.net/nl/doop_online/index.html