Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

aap

betekenis & definitie

Het begrip aap heeft 7 verschillende betekenissen:

1) hoogontwikkeld zoogdier.
zoogdier uit de orde der primaten, dat voorkomt in verschillende soorten met sterk uiteenlopende uiterlijke kenmerken, dat zich meestal ophoudt in warmere gebieden, bij voorkeur in boomrijke streken, en dat van alle diersoorten genetisch het nauwst verwant is aan de mens.

2) primitieve man.
man die men vanwege zijn voorkomen of zijn weinig beschaafde gedrag kwalificeert als een zeer primitief mens, die nog zeer nauw verwant is met de apen.

3) kind.
kind dat zich nog wild en onbeheerst gedraagt en nog beschaving moet leren.

4) nabootser.
iemand die klakkeloos nabootst wat iemand anders, voor wie hij ontzag heeft, hem voordoet.

5) klein zeil.
vierkant of driehoekig zeil dat op een zeilschip bovenaan in een mast boven de andere zeilen wordt aangebracht bij minder sterke wind.

6) worp met een dobbelsteen.
worp met een dobbelsteen die als waarde één oog oplevert.

7) Chinees dierenriemteken.
negende teken in de Chinese dierenriem.