tijdstip waarop een activiteit begint.
tijdstip waarop een activiteit begint; tijdstip van aanvang van een activiteit.
Voorbeelden:
Het aanvangstijdstip van de films is steeds om 20.15 uur.
Meppeler Courant, 1994
Het streven naar afronding van alle commissievergaderingen in één week is lovenswaardig, maar het aanvangstijdstip van een commisise om 16.30 uur zou met name voor de eenpersoonsfracties wel eens zeer bezwarend kunnen zijn.
Meppeler Courant, 1994
Vóór het aanvangstijdstip van de eerste wedstrijd neemt de wedstrijdleider de opstellingen voor die avond in ontvangst van de teamleiders en worden teamleiders en spelers door de wedstrijdleider over het verdere verloop van de avond geïnformeerd.
http://www.r-s-b.demon.nl/, 2002