Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

aansnoeren

betekenis & definitie

strak(ker) vastmaken.

strak vastmaken; strak aantrekken; ook meer bepaald: strakker vastmaken; strakker aantrekken.

Voorbeelden:
Wanneer de veiligheidsriemen dienen te worden aangesnoerd voor de landing, kijk ik uit het raam.
De Standaard, 1997

Een mummiemodel heeft altijd een capuchon, deze kan naar behoefte worden aangesnoerd opdat er zo weinig mogelijk warmte langs die weg verloren gaat.
http://www.janssen.nl/catalogus/catalogus.htm

Zo kan het gebeuren dat de ademende werking na één seizoen verdwenen is of dat u tijdens het aansnoeren van de veters de haakjes uit de schoen trekt.
http://www.snp.be/2001/snpezineframe.php?http://www.snp.be/2001/ezine_schoenen.php, 2001

Dan oogde de onderneming van Nico Emonds behoorlijk amateuristisch, een beetje zielig zelfs. Toen hij om kwart na vier, trillend als een espeblad, zijn valhelm aansnoerde telden we precies 22 man in de kouwelijke tribune.
De Standaard, 1995

< >