Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

à trois

betekenis & definitie

met z'n drieën.

(Frans) met z'n drieën; met drie personen.
Vooral in enige combinaties en vaste verbindingen gebruikt.

Voorbeelden:
Eind januari 2003 zaten Bos en Balkenende zes dagen na de verkiezingen al samen aan de formatietafel. De verkenner namens majesteit heette toen Piet Hein Donner, sinds vorige week Tweede Kamerlid voor het CDA. 'We zijn net egeltjes', zei Bos na dat eerste gesprek à trois. 'De liefde ontluikt voorzichtig.'
http://www.volkskrant.nl/binnenland/de-egeltjes-scharrelen-weer-over-het-binnenhof~a802935/, 4 december 2006

Was ik de stagebegeleider geweest van de coassistente, dan had ik haar teruggestuurd naar de huisarts en gevraagd een gesprek à trois te organiseren.
https://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:JBMtC8LiLDIJ:https://akasdorp.wordpress.com/page/947/%3Fapp-download%3Dandroid+&cd=5&hl=nl&ct=clnk&gl=nl&lr=lang_nl, 1 november 2013

Daarna kwam Gent. Daar zouden de regeringsleiders van de EU bijeenkomen, maar tot ieders verrassing lieten Blair, Chirac en Schröder die bijeenkomst voorafgaan door een onderonsje à trois.
http://www.nrc.nl/handelsblad/2001/10/25/europa-en-de-buitenwereld-7562441, 25 oktober 2001