De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Swierink of Swiering, Barend

betekenis & definitie

(1733-1797), Amsterdams zilversmid, zoon van Hendrik Swierink, meester in 1757. Aanvankelijk in dienst van zijn vader; na diens dood in 1767 zette hij het bedrijf voort onder zijn eigen meesterteken.

In 1794 overman van het gilde. Hij was een produktief servieswerker en vervaardigde thee- en koffieserviezen, bladen en broodmanden in de Louis xv- en xvi-stijl. Meesterteken: BS.

< >