Jap. aardewerk door Raku Choijiro (1515-1591) gecreëerd en in de omstreken van Kyoto vervaardigd. Het met de hand gemodelleerde raku-aardewerk was bestemd voor het theeceremonieel.
Raku werd in laagvuur gebakken en voorzien van een rood of geel loodglazuur dat in verschillende lagen werd opgebracht en dat tijdens het bakken uitliep, zodat sommige gedeelten onverglaasd bleven. Soms heeft de bovenste glazuurlaag een golflijn gevormd halverwege het voorwerp. Het aardewerk toont duidelijk de invloed van de kommen uit de Koreaanse Yi-periode, zowel qua vorm als qua stijl en uitvoering. Raku-produkten zijn voorzien van het Raku-zegel en in de Edo-periode eveneens van de naam van de pottenbakker. De invloed van raku heeft zich naar vele andere keramiekcentra van Japan verbreid, ondermeer naar Chi in de provincie Kanazawa en naar Horaku in de buurt van Nagoya waar men het in lakwerk uitvoerde. De Horaku-theekommen uit het begin van de 18de eeuw zijn bijzonder fraai. Het pottenbakkersgeslacht Raku heeft veertien generaties geteld: na de schepper van raku was Koyetsu (1558-1637) een van de belangrijkste pottenbakkers.
