De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 03-12-2020

(Mis)kelk of calyx

betekenis & definitie

(Lat.), beker uit edel metaal die gebruikt wordt bij de consecratie van de wijn tijdens de mis. De miskelk bestaat uit de cuppa, de eigenlijke beker, die van goud of zilver is en in het laatste geval inwendig verguld moet zijn, en een door de schacht daarmee verbonden voet.

In het midden van de schacht is een knop of verdikking (nodus of pomellum) aangebracht die het aanvatten vergemakkelijkt. Oudtijds werden miskelken behalve uit metaal ook uit glas, hout of ivoor vervaardigd, doch volgens een uit de 9de eeuw daterend voorschrift mochten de miskelken voortaan slechts uit goud of zilver en in geval van armoede ook uit tin worden vervaardigd. Vóór de 11de eeuw lijkt de vorm van de miskelk nog op de pocula (drinkbeker van de Oudheid); de eivormige cuppa en de kegelvormige voet worden verbonden door een ronde nodus, zonder schacht. Beroemde voorbeelden zijn de Tassilo-kelk te Kremsmunster (ca. 777) en de Ludgerus-kelk te Werden (ca. 788). Voor ons land dient te worden genoemd de ivoren kelk van St. Lebuinus, afkomstig uit Deventer, thans in bruikleen in het Aartsbisschoppelijk Museum te Utrecht (9de eeuw).

In de Romaanse en vroeg-gotische periode was de vorm van de kelk vrij gedrongen en bestond de cuppa uit een halve bol. In de latere gotiek kreeg hij de vorm van een omgekeerde afgeknotte kegel en was de voet niet langer rond maar 6- of 8-lobbig. In renaissance en barok werden de kelken aanmerkelijk hoger, de cuppa werd breder en ronder en later min of meer uitgebuikt. In recente tijd keerde men weer tot de brede lage vorm van de kelk terug. Het Rijksmuseum te Amsterdam bezit een fraaie romaanse kelk. afkomstig uit het kapittel te Utrecht; een zeer fraaie gotische kelk is in het Stedelijk Museum van Gouda te zien.