Wat is de betekenis van schacht?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

schacht

Het begrip schacht heeft 13 verschillende betekenissen: 1) kokervormig aangelegde holte. meestal verticale kokervormige holte die in een gebouw of een andere constructie is gemaakt voor uiteenlopende doeleinden, vooral voor het transport van zaken zoals een lift of afval in een hoog gebouw; soms ook: niet-verticale koker, zoals de boring voo...

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

schacht

1) (19e eeuw) (Vlaanderen) (sold.) jonge recruut. In Nederland: bol*. • Met die schacht zoude moeten lachen. Zijnen oom is 'nen aardige schacht. — Jonge recruut, jonge soldaat. 'Ne jonge schacht. (P.J. Cornelissen & J.-B. Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch Dialect. 4 delen. 1899-1906) • Schacht. Rekruut : de —en le...

2024-04-23
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Schacht

Schacht - (Vlaams) rekruut. Een dienstplichtige die zijn opleidingsperiode achter de rug heeft duidt men aan met de Franse term ancien. Zie ook studentenjargon.

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schacht

schacht - zelfstandig naamwoord 1. gat in de grond, naar onderaardse gangen ♢ via de schacht gaan de mijnwerkers naar beneden 2. recht, langwerpig gedeelte van pijl, speer of sleutel ♢ de schacht van de speer...

2024-04-23
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

schacht

groentje (informeel) De socialist Branquart, een der meest humoristische verdedigers van ‘la culture française’, staat te praten met vier nieuwe collega's. Ze hebben het over de Vlaamse Hogeschool en over de boeren, die de Vlamingen zijn. Dan spuwt Branquart eventjes naast zich op het tapijt. De vier collega'...

2024-04-23
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

schacht

(de; -en) wo - massieve of holle stok (stang, staaf) die het rechte eind en hoofddeel van de speer vormt, voorzien van een handvat van koord en een metalen speerpunt die uitloopt in een scherpe punt. Herkomst: van Lat. scapus (sten gel), van Gr. skeptron (staf, scepter)

2024-04-23
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

schacht

(de, -en) eerstejaarsstudent, rekruut, groentje, nieuweling. De Antwerpse studentenclubs, die deze week hun schachten dopen, zullen dan ook dubbel zo voorzichtig te werk gaan. - GvA, 15-10-2002.

2024-04-23
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

schacht

Een schacht is: 1) een onderdeel van het weefgetouw waarmee de kettingdraden naar boven en beneden getrokken kunnen worden; de kettingdraden zijn door hevels geregen die in de schacht zitten, d.m.v. trappers worden de schachten bewogen; 2) het gedeelte van een zuil tussen kapiteel en basement.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

schacht

Met de verwensing stort in de schacht! wenst men in woede groot onheil aan een opponent toe om van hem af te zijn. De emotionele betekenis ervan is ‘ik walg van je, rot op’.