De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Kussenkast

betekenis & definitie

samenvattende benaming voor de twee- en vierdeurskasten uit de Nederlandse barok van de tweede helft van de 17de eeuw, waarvan de panelen de kussens vormen, een soort lage, afgeknotte piramiden, soms op een vierkante basis, maar meestal op basis van een rechthoek. De brede omlijstingen die de opgaande zijden van de kussens vormen zijn rijk geprofileerd en op de overgangen afgebiesd met robbellijstjes.

Men kent kussenkasten van eike- en notehout. maar vooral van gecombineerde houtsoorten als ebbe- en palissander-, ebbe-en notehout. De grote tweedeurs-kussenkasten zijn meestal uitzetgeschenken, met soms op het huwelijk zinspelende motieven van versiering in friezen en op pilasters. De meest voorkomende varianten zijn de kolom-, ranken-en pilaster-kussenkast. De Hollandse kussenkast wordt, enigszins gevarieerd, ook aan de gehele Noord- en Oostzeekust nagevolgd. Aldus zijn bijv. de Hamburger en Danziger kasten ontstaan.