kist in zijn meest elementaire vorm, zonder polen of onderstel, mei scharnierend, afsluitbaar deksel, gebruikt als reis- en opslagmeubel en als kluis. De oorspronkelijke vorm is de boomkist, een uitgehold stuk stam met zwaar ijzerbeslag verstevigd.
Soortgelijke vormen werden ook wel uit planken vervaardigd. Na de middeleeuwen komt het boomkist-type niet meer voor; de herinnering eraan leeft nog voort in het Engelse ‘trunk'. De koffer krijgt een hoger model, meestal met gewelfd deksel, en blijft bij uitstek als transport- en opslagmeubel in gebruik (de befaamde boekenkist van Hugo de Groot was zulk een koffer). Het ijzerwerk bestaat uit beslag op de hoeken, hengsels aan de korte zijden en bladscharnieren aan het deksel, dat afsluitbaar is d.m.v. een hangslot. Daarnaast komen ijzeren koffers in gebruik die speciaal zijn ingericht als kluis en brandkast, de van extra zware en gecompliceerde sloten in het deksel voorziene geldkisten. Beide typen rusten soms op sleevoeten.
