De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Joiner

betekenis & definitie

(Eng., lett. maker van vergaringen), oudste term voor het hout- en meubelambacht. De toenemende specialisatie van het meubelvak die op het continent van Europa tegen 1400 leidt tot de afsplitsing van het fijne meubelwerk naar het schrijnwerkersambacht is in Engeland onbekend.

Het Engelse meubel blijft dan ook typisch timmermanswerk. De zware, in wezen nog op Romaanse tradities voortbouwende vormen doen archaïsch aan in vergelijking met de gotische en renaissance-meubelen van het continent, ook al herkent men in de ornamentiek vaak duidelijke pogingen om de continentale stijlen te imiteren. De weinige Engelse meubelen die een vergelijkbare fijnheid en raffinement vertonen worden dan ook meestal beschouwd als werk van een continentaal vakman. Ras bij de Restoration van 1660 wordt de schrijnwerkerskunst van het vasteland in Engeland geïntroduceerd. Er ontstaat dan alsnog een splitsing tussen het traditionele werk van-de joiner dat blijft voortleven in het Engelse streekmeubel - en het meubelvak naar Europees model, waarvoor de nieuwe term cabinet-maker wordt gebezigd. De officiële meubelkunst gaat tegelijkertijd over van eikehout op notehout (Age of Walnut).

< >