(Early Stuart), de tweede fase van de vroege Engelse renaissance en onmiddellijk aansluitend bij de Elizabethan style; genoemd naar Jacobus I Stuart, koning van Engeland (1603-1625). Nog steeds behoudt het meubilair de stroeve, grove kenmerken.
Gedraaide poten voor krukjes en voor de voorste poten van stoelen kwamen in de mode. De thans talrijker wordende armstoelen hebben een rug die uit lijstwerk met een paneel bestaat, soms versierd met enig snijwerk. De kasten zijn kistachtige meubelstukken. Materiaal vrijwel uitsluitend eiken. Vergeleken bij de vorige periode is er weinig verschil in vorm en decoratie. Het ornament van de Jacobean style is bescheidener en de kolomvormige polen van tafels e.d. zijn minder zwaar.
De decoratie bestaat vooral uil panelen met geometrisch ornament, strapwork en ander vlak snijwerk; ook werden panelen wel ingelegd met geometrische of bloempatronen (Moorse navolging) waarbij men werkte met ivoor, parelmoer en hout. Ook gestoffeerde stoelen en bankjes komen nu meer voor dan in de I6de eeuw.
