voor het eerst toegepast in de 17de eeuw, gelijktijdig met de opkomst van een intensiever handelsverkeer met Oost-Azië. De vroegste lakwerkpanelen waren import, meest in de vorm van kamerschermen, die in Europa door marqueteurs werden verwerkt in kabinetkasten.
Soms werden uit dit materiaal zelfs hele kamerbetimmeringen samengesteld (de term kabinet gaat daarbij als vanzelf over op de aldus beklede vertrekken). Uit een tekst van Huygens blijkt echter dat in zijn tijd reeds maatwerk op bestelling uit China werd ingevoerd. Onder de marqueteurs waren sommigen die poogden om het oosterse lakwerk te imiteren, wat tot gevolg had dat uit het plakwerkersvak dat van lakwerker ontstond. Tevens ontstond er een nieuwe school van decorontwerpers die zich toelegde op de Chinese tekenstijl. Deze schiep het bekende chinoiserieën- en turquerieendecor van de I8de eeuw.Op het gebied van de meest geschikte laktechniek behaalden de broeders Martin de meest opzienbarende successen. Het door hen ontwikkelde en gepatenteerde ‘vernis Martin' werd in het 18de-eeuwse lakwerk een internationaal begrip. In Engeland bracht de fabriek in Pontypool voortreffelijk klein lakwerk in omloop, gedecoreerd met chinoiserieën; in Duitsland de fabriek van Stobwasser. Veel Frans rococo- en Louis XVI-meubilair van hoge kwaliteit is met lakwerk gesierd soms over de gehele oppervlakte, soms paneelgewijs. Op deze laatste manier toegepast, komt te ook op laat-18de-eeuws Hollands meubilair voor. Tegen het eind van de eeuw wordt het papiermaché-lakwerk belangrijk, vooral in Duitsland en Engeland.