De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Doornik

betekenis & definitie

(Fr. Tournai).

België, porseleinmanufactuur in 1751 gesticht onder patronage van keizerin Maria Theresia van Oostenrijk. In 1753 werd Robert Dubois, die tevoren in Chantilly en in Vincennes werkzaam was geweest, directeur. Het pâte tendre van Doornik had aanvankelijk een grijsachtige kleur, maar ca. 1755 wordt een fraaie scherf met een warmgele tint verkregen. In de vroege stukken is de invloed van Sèvres en Meissen duidelijk zichtbaar, maar de vormgeving is origineel. Bekende modelleurs waren o.a. Nicolas Lecreux, Joseph Willems en Nicolas Gauron.

De porselein-plastieken zijn meestal verglaasd maar onbeschilderd: biscuit-plastieken en beschilderde beeldjes komen echter ook voor. Doornikse porseleinschilders waren Henri Joseph Duvivier en Jean Ghislain Mayer. Veel serviesgoed werd in blauw gedecoreerd, o.a. met het Zwiebelmuster uit Meissen en later met het karakteristieke décor aux cinq bouquets. Ook werd veel porselein met een reliëfdecoratie versierd. Bekend zijn ook kommen met gouden voluten versierd, met portretten en grisaille, vogels in rechthoekige panelen op een brede bleu du Roi-band. Veel onbeschilderd Doorniks porselein werd naar Den Haag en naar Arras ter versiering gestuurd.

Van 1818 tot 1850 was de familie De Bettignies eigenares van de fabriek: in deze periode werd veel Sèvres en Worcester gekopieerd. Merken: een poort (uit het Wapen van Doornik), vanaf 1756 twee gekruiste zwaarden met kruisjes in de vier hoeken, in onderglazuurblauw of paars. Veel porselein is echter ongemerkt.

< >