De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Camee

betekenis & definitie

(lt. cam(m)eo). gesneden edelstenen of halfedelstenen waarop de beelden of voorstellingen in reliëf voorkomen in tegenstelling tot intaglio's. waar de beelden verdiept ingesneden zijn. De techniek om stenen te snijden is reeds zeer oud en loopt zelfs tot de Sumeriërs.

Men onderscheidt twee technieken: die uit de vrije hand. waarbij van de diamantpunt gebruik wordt gemaakt, en die waaraan de boor te pas komt (draaitechniek). Als slotbemerking wordt de camee gepolijst. Hoewel gesneden stenen uit vroeger tijdperken betrekkelijk zeldzaam zijn. bezitten we uit de laat-Griekse periode talrijke zeer fraaie specimina met voorstellingen uit mythe en sage. Men bezigde hiervoor bij voorkeur stenen welke uit verschillende lagen bestaan, nl. onyx, agaat en sardonyx. Daarnaast werden ook wel niet gelaagde edelstenen gebezigd. Bij het gebruik van onyx was het mogelijk de voorstelling of beeltenis in de witte laag uit te snijden, terwijl de volgende donkere laag (blauw, roodbruin, bruin) als ondergrond dienst deed.

Bij zeer dunne lagen bestond de mogelijkheid in de bewerking nog een derde laag te betrekken, waardoor het effect verhoogd werd. De beroemde cameeën uit de tijd van het hellenisme, met name der Ptolemaeën, zijn uit onyx gesneden, met niet minder dan negen lagen. Ook in de Romeinse periode werd het cameeënsnijden beoefend: er zijn uit die tijd dan ook talloze voorbeelden. In de middeleeuwen gebruikte men als materiaal de grote schalen van zeeslakken (bassis en strombus): deze schalen bestaan uit twee lagen, waarvan de buitenste uit witte koolzure kalk. de binnenste uit een roze. roodtot bruinachtige organische stof vermengd met kalk is opgebouwd. Deze gesneden produkten (schelpcameeën) worden meest in Napels vervaardigd. Aangezien kalk zachter is dan onyx zijn ze veel meer aan slijtage onderhevig en derhalve, ook wegens de vluggere bewerking, minder kostbaar.

Dit neemt niet weg dat ook onder deze produkten ware kunstwerken worden aangetroffen. Gedurende de middeleeuwen werden de hellenistische en Romeinse voorbeelden nagevolgd, voorzover de kunst althans nog werd beoefend. Tijdens de renaissance in Italië beleefde de glyptiek een opleving. Helaas ontstonden toen tevens vele falsificaties, die als antieke cameeën aan de man werden gebracht, een bedrijf dat tot in de 18de eeuw heeft gebloeid. Giovanni Pichler (1734 1791) is een der beruchtste falsificateurs. De techniek van cameeënsnijden, die reeds zoveel eeuwen oud is, wordt ook heden nog, vooral in Italië, de bakermat van deze kunst, en in Frankrijk beoefend.