Mensenrechten begrippenlijst

Amnesty International (2007)

Gepubliceerd op 04-06-2015

Doodstraf

betekenis & definitie

De doodstraf is een door de rechter hoogst mogelijke opgelegde straf, waarbij de voltrekking is vastgelegd en onder controle wordt gehouden (in tegenstelling tot het buitengerechtelijk lynchen).

De doodstraf bestaat al duizenden jaren. Historische methoden van doodstraf waren onder meer opknoping en verbranding (Babylonië) en steniging (Hebreeuws recht). Bij de Grieken mocht een vrije burger vergif nemen, maar slaven werden doodgeslagen. In het Romeinse recht waren de methoden onder andere: van een rots werpen, wurging, voor de wilde dieren gooien en kruisiging. Ophanging en onthoofding waren de gebruikelijke methoden in de middeleeuwen en vroeg-moderne tijd. Ketters en heksen werden op de brandstapel verbrand. Ook het breken van het lichaam op een houten wiel en langzame wurging werden gebruikt.

Frankrijk voerde tijdens de Franse Revolutie de guillotine (valbijl) in. In de VS zijn nu de wettelijk mogelijke middelen van executie: fusilleren (vuurpeloton, niet toegepast), elektrocutie in de elektrische stoel, vergassing in de gaskamer of dodelijke injectie; de laatste jaren wordt alleen die laatste vorm nog gebruikt. Veel gebruikte methoden in het Midden-Oosten zijn ophanging, steniging en onthoofding. Sporadisch zijn andere methoden gemeld, zoals het in een ravijn duwen, levend begraven onder zand of stenen, doen opeten door mieren of wilde dieren. Spanje kende tot 1974 terechtstelling door middel van de wurgpaal.

Het executeren van minderjarigen (mensen die tijdens het plegen van het misdrijf nog geen 18 jaar oud waren) is verboden volgens het Verdrag inzake de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties.

Doodstraf voor kinderen komt wereldwijd nog in vijf landen voor: Iran, Soedan, Saoedi-Arabië, Pakistan en Jemen. Van 2005 tot 2008 werden 32 kinderen jonger dan 18 jaar ter dood gebracht, waarvan 26 in Iran.