Het wicket bestaat uit drie verticale stokken (stumps) en twee kleine houten balkjes (bails) bovenop.
Het staat aan beide uiteinden van de cricketpitch (de rechthoekige strook in het midden van het veld).
Het doel van de bowler is om het wicket van de slagman te raken en zo een uit te forceren.
Een slagman uitmaken:
Wanneer een slagman uit is, wordt dat ook een "wicket" genoemd. Bijvoorbeeld: "Ze hebben drie wickets verloren" betekent dat drie slagmensen zijn uitgeschakeld.
* De pitch: De term kan ook verwijzen naar de strook grond waarop het spel wordt gespeeld. Bijvoorbeeld: "De wicket is droog en snel" betekent dat de pitch droog is en de bal snel stuitert.
Hoe een wicket kan worden genomen:
- Door de bal direct tegen het wicket te gooien (een bowled).
- Als een veldspeler de bal vangt voordat deze de grond raakt (caught).
- Door de slagman uit te laten lopen terwijl het wicket wordt geraakt (run-out of stumping).
De term wordt dus op verschillende manieren gebruikt in cricket, maar altijd in relatie tot het spel en de actie rondom de slagman.