Het vochtgehalte, dat in de grond aanwezig blijft, na centrifugeren met een kracht, gelijk aan die van 1000 keer de zwaartekracht. Praktisch geeft dit vochtgehalte de grens aan, waarbeneden het water zich uiterst langzaam in de grond kan voortbewegen.
De waarde van de pF, welke hiermede overeenkomt, bedraagt ca 2,7. Voor vele gronden kan hieruit tevens worden bepaald, m.b.v. een omrekeningsfactor, hoeveel water bij het verwelkingspunt nog voorradig is.