(bosb.) is het oneconomisch opwerken van geveld hout, hetzij door een kantrechte bekapping, waardoor veel waardevol timmerhout in spaanders verloren gaat, hetzij door een onjuiste sortimentsscheiding. Bij slechte transportmogelijkheden ; oerbossen in onontwikkelde landen is vaak een m.o.m. verder gaand v. onvermijdelijk.
Om v. zoveel mogelijk te voorkomen streeft men in de moderne bosb. er naar het ruwe hout zoveel mogelijk op centrale stapelplaatsen (houtmagazijnen) bijeen te brengen om daar de sortering door geschoolde arbeiders onder deskundig toezicht te doen geschieden.