Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Temperatuurschalen

betekenis & definitie

Om vergelijkbare metingen van de temp. te verkrijgen, kiest men 2 gemakkelijk te reproduceren warmtetoestanden, waaraan bij definitie bepaalde standaardtemp. worden toegekend. Het verschil tussen deze 2 standaardtemp. wordt in gelijke delen verdeeld, de graden.

Aldus ontstaat een t. In Ned. zijn 4 t. in gebruik, nl. van CELSIUS, FAHRENHEIT, RÉAUMUR en KELVIN. Bij het vriespunt hebben CELSIUS en RÉAUMUR 0 geplaatst, FAHRENHEIT echter 32. De kookpunten van water zijn volgens deze 3 schalen resp. 100, 80 en 212 . De verdelingen worden ook beneden het vriespunt en boven het kookpunt voortgezet; de graden beneden nul worden met het minteken aangegeven b.v. -5°C betekent: 5 graden Celsius onder het vriespunt.De herleiding van graden CELSIUS tot graden RÉAUMUR en FAHRENHEIT is eenvoudig als men bedenkt, dat een verschil in temp. van 5 C overeenkomt met 4 R en met 9 F. Dus:

x°C = 4/5 x °R = 32 + |5/9 x °F.

Om de negatieve temp. te vermijden is het vaak eenvoudiger, de temp. van smeltend ijs niet gelijk aan 0° te stellen, maar aan 273,15°. In deze schaal is 0° dan het absolute nulpunt, het bereiken van lagere temp. is onmogelijk. In dit geval spreekt men van de KELVIN-schaal. Voor het kookpunt van water bij een druk van 76 cm is de temp. dus:

1000C = 800R = 212F0 = 373,150 K.

De KELVIN-schaal, die de absolute temp. aangeeft, wordt uitsluitend bij wetenschappelijke onderzoekingen gebruikt, terwijl de RÉAUMUR-schaal in onbruik is geraakt.

< >