(= coffea Haged.\, koffiebessenboeboek, is een bastkever, fam. Scolytidas, oorspronkelijk inheems in Centr.
Afr., van 1909 af over Indon., na 1920 over alle koflic-producerende landen der wereld verspreid. de kever boort onrijpe, rijpe en verdrogende koffievruchten aan, bij voorkeur bij de z.g. schijf, en legt eieren in de zaden (bonen). de larven ontwikkelen zich borend in deze zaden en kunnen de marktwaarde hiervan kwantitatief en kwalitatief ongunstig beïnvloeden. Verpopping vindt plaats in het uitgevreten zaad: de jonge kever boort zich naar buiten. De bestrijding heeft in Indon. voorn. plaats door cultuurmaatregelen, b.v. door bespoedigen van de pluk, het z.g. ratjoeten, d.i. het afrissen van de laatste oogstbare vruchten, door lelessen, d.i. het oprapen van afgevallen, meestal rotte vruchten, door toepassing van stoombehandeling van de vers geplukte vruchten e.d.