kortschildkevers, vormen een zeer grote fam. van meestal kleine tot ten hoogste middelmatig grote, slanke en lenige kevers, die gekenmerkt zijn door de sterk gereduceerde dekschilden, die het grootste gedeelte van het achterlijf onbedekt laten. Onder deze verkorte dekschilden worden de achtervleugels in rust opgevouwen.
De kevers en hun larven zijn overwegend grondbewoners en meestal nuttig doordat ze als geduchte rovers jacht maken op andere insecten. Bekende soorten in Ned. zijn b.v. de zwarte Ocypus oleris Müll.., die evenals vele andere soorten een onaangename lucht verspreidt en verder Emus hirtus L., opvallend grijs behaard. Verder omvat deze fam. talrijke kleine soorten, b.v. in weilanden.